Het plan was om aal te vangen. Met een dauwpier en een feeder is het een simpele visserij. Ik begin met vissen als het nog licht is. Kijken of er al wat te vangen is. De brasems en blankvoorns stonden in de rij om gevangen te worden. Op een gegeven moment haal ik een voorntje binnen die ineens te grazen wordt genomen door een enorme baars. Ik had al het geluk van de wereld dat deze baars niet ontsnapte. Het beest was niet eens gehaakt. Hij weigerde gewoon koppig zijn prooi in te leveren en ik kon hem scheppen na een heftige strijd. Een record baars voor mij: 45cm! Een super begin en mijn dag kon niet meer stuk. Maar het doel was aal en dus bleef ik door vissen.
|
Baars |
Eigenlijk heb ik een hekel aan 's nachts vissen. Als je iets laat vallen
ben je het altijd kwijt. Zaklampen schijnen altijd te kort of schijnen
niet fel genoeg. Je gaat gemakkelijker op je hengel staan. Geloof me,
het geluid van een splinterende hengel gaat door merg en been. Carbon
splinters hebben ook al de onhebbelijke neiging om zich steeds verder in
je vlees te boren. Een infectie is dan ineens niet meer ver weg.
Stekende insecten weten je feilloos te vinden in het donker. Waarom dan
toch 's nachts vissen vraag je je af. Sommige soorten zijn in principe
alleen maar 's nachts actief. De aal is er één van. Ik vind het een
fantastische vis. Een krachtpatser met een mysterieuze levenswijze. Hoe
verzint zo'n beest het om zijn paaiplek duizenden kilometers verderop te
kiezen? Natuurlijk is het een verschrikkelijke vis om te onthaken. Zijn
gladheid is legendarisch en het gekronkel mag er ook zijn. Toch vind ik
het heel jammer dat deze soort het moeilijk heeft. Deze avond had ik er
drie. En om aan te geven hoe slecht het gaat met deze soort: in de acht
daarop volgende jaren ving ik slechts vier alen.
|
Aal |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reageer