Na het peuteren in de mangrove was het tijd voor een andere stek. De Jan Thiel Baai. Vanaf de Zuidkant kun je proberen te vissen maar tussen de strandstoelen, restaurants, duikschool en hotels mag je er op rekenen zo weg gestuurd te worden. De Noordkant werd het dus. Een paar meter uit de kant ondiep met een rotsige bodem waarna het steil afliep. Als je ver gooide zat je in feite in een diepe krater te vissen.
|
Jan Thiel Baai |
Het eerste visje wat ik daar ving heeft een bijzondere naam. Ik loop het risico de verkeerde bezoekers te trekken maar ik kan er niks aan doen dat men hem deze naam heeft gegeven. Google gerust zijn Latijnse naam om mee te checken of ik de vis juist vertaald heb: Halichoeres bivittatus. Glibberig is hij in elk geval. Het formaat is erg bescheiden. Vissen determineren kan al aardig lastig zijn omdat ze erg op elkaar lijken of zelfs kruisen. Deze lipvis presteert het om er anders uit te zien als ie volwassen is. Zie onderstaande foto's.
|
Glibberige snikkelvis (volwassen) |
|
Glibberige snikkelvis (juveniel) |
Dan heb ik actie op de werphengel die ver in ligt. Na een paar meter indraaien zit de lijn vast aan de rand van de krater. Ik loop tot mijn middel in het water om de lijn rustig los te maken. Het levert me mijn honderdste soort aller tijden op: een vreemde vis met wel heel lange sprieten! Een Afrikaanse pompano.
|
Afrikaanse pompano |
Na deze vangst duikt er weer een vreemde snuiter op. Een platvis met blauwe cirkels en een heel lange sprietige borstvin. Een passende naam heeft ie wel, die pauwbot.
|
Pauwbot |
De koek is nog niet op en weer vang ik een klein maar mooi visje. Tegen deze naam kun je moeilijk bezwaar hebben: een blauwkopje.
|
Blauwkopje |
De laatste inworp is ook weer raak. Een baarsachtige met een enorme muil. Weer hartstikke tevreden na een paar uurtjes vissen.
|
Bloedrode juweelbaars |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reageer