Elke buitenlandse trip is voor een soortenjager een extra mooie kans om nieuwe soorten te scoren. Toch staat niet elke buitenlandse trip garant voor nieuwe soorten zoals ik in Hongarije heb mogen ervaren. Het meer van Velence was de bestemming. Het wordt op internet geprezen als een viswalhalla. En het meer ziet er ook prachtig uit met zijn rietkragen.
|
Meer van Velence |
Wat er niet bij gezegd werd was dat het een muggenwalhalla was.
Citroenkaarsen, antimuggencrèmes, zoemers die muggen zouden verjagen en
fysiek geweld gebruiken: niets hielp. Gevolg was overal muggenbulten
waar bloot vlees was. Hier ben je niet de jager maar de prooi. Overdag viel het nog mee als er wind stond. Maar zodra de zon zakte achter de horizon en de wind viel weg vielen de muggenlegers aan. Mijn plan om 's nachts op de meerval te vissen viel in duigen. Ik zou waarschijnlijk, ik overdrijf niet, zijn overleden aan een overdosis muggenbulten als ik de hele nacht was blijven vissen. De foto hieronder toont mijn elleboog na een half uurtje vissen in de schemering.
|
Muggenbulten |
Overdag vissen leverde wel flinke aantallen vis op maar alles was klein van stuk. In Hongarije is de term sportvissen niet bekend en elke vis loopt het risico in de pan te belanden. Kleine brasem, kleine blankvoorn en alver kon je zoveel vangen als je wilde. Soms was de buit een karpertje, zonnebaars of baarsje.
|
Schubkarper |
|
Alver |
|
Zonnebaars |
Op zich leuk dat ik beet had maar de genoemde soorten had ik al eerder gevangen. Achteraf was mijn grootste kans op een nieuwe soort in het stadspark in Boedapest. Miljarden guppy's (of een andere soort tandkarper) zwommen daar. De aalscholver kon met open bek in een recht lijn zwemmen en hij zat zo vol dat ie amper meer kon vliegen. Alleen had ik juist op dat moment niks bij me om ze te vangen. Een gemiste kans en zo ging ik huiswaarts zonder nieuwe soort...
|
Guppy's |