Intro Soortenjager

Ik ben een soortenjager. Dat wil zeggen dat ik elke vissoort wil vangen. Het vangen van een nieuwe vissoort geeft mij immers een grotere kick dan het vangen van mijn duizendste brasem. Leg je zelf geen beperkingen op als je een soortenjager wil zijn. Bekijk elke stek als een mogelijkheid om een nieuwe soort te vangen. Een tiendoornige stekelbaars zit bijvoorbeeld immers in superondiep water vol plantengroei. Water waar elke normale visser hard voorbij loopt omdat er toch geen vis zou zitten... Leer je gewenste vissoort kennen. Hoe meer je weet hoe succesvoller je zult zijn. Waar kun je je soort vinden? Wat eet die soort? Wanneer is hij actief? Hoe kun je hem vangen? Je zult met tegenslag te maken krijgen. Je ziet al gauw een belangrijk detail over het hoofd waardoor je missie niet slaagt. Maar dat maakt de voldoening alleen maar groter als het je gelukt is om een soort toe te voegen aan je soortenlijst!

vrijdag 31 oktober 2014

Zwart


Een mooi verhaal uit de tijd dat ik nog een minderjarig snotneusje was dat zich kostelijk amuseerde op vakantie in Frankrijk. In een vijver naast de camping ving ik zeelt en voorn, en de karpers daar zorgden voor de nodige lijnbreuken op het vaste stokje. Erg goed voor de productie van adrenaline van een jongen die al erg blij was als ie al beet kreeg. Diezelfde vakantie wist ik in de rivier de Tarn mijn eerste barbelen, snepen en riviergrondels te vangen. Het voelde aan als ultiem vissersgeluk maar aan elke vakantie komt een eind en er werd huiswaarts gereden.

Aan één stuk doorrijden was mijn vader te gortig en er werd besloten te overnachten in de Bourgogne. Er lag een modderig prutslootje naast de gekozen camping. Mijn ouders snapten niet dat ik toch nog een hengeltje wilde uitgooien. De vangdrang zou toch gestild moeten zijn na zoveel succes? Ook was het misschien nog maar een uurtje licht. Met tegenzin pluisde pa de caravan uit om mij stil te krijgen.

Ik ving vlot wat kleine visjes. Handigheid was niet mijn sterkste punt in die periode en op een gegeven moment was de oorspronkelijke vier meter nylon nog maar goed twee meter door allerlei vreemde knopen boven de dobber. Het begon al donker te worden en ik trok de dobber een stuk dichterbij omdat ik wel erg veel moeite begon te krijgen met hem in de gaten te houden. In de laatste flarden licht zag ik de dobber wegzakken en enthousiast sloeg ik aan.

Een zwart visje van tien centimeter spartelde wild toen ik hem boven water had. Ik had in eerste instantie niet eens in de gaten om welke soort het ging en toen de vis eenmaal stil was viel mijn mond open van verbazing: een meerval! Weliswaar eentje die prikt, een Amerikaanse dwergmeerval dus, maar de vreugde was enorm. De determinatie geschiedde als volgt: een zwarte dwergmeerval is een zwarte dwergmeerval. Simpel toch?

Anno 2014 weet ik dat het niet zo simpel ligt. Het enige keiharde kenmerk om de zwarte in het veld  te onderscheiden van de bruine is het patroon op de staartvin: de staartvin van de zwarte is afwisselend donker en licht. Eigenwijs als ik ben heb ik de vangst van toen altijd beschouwd als zwarte dwergmeerval, maar een foto ontbrak. En daar wilde ik verandering in brengen.

Collega Sjors tipte een vijver waar deze soort voorkomt. Nu was een dag voordat het november werd gevoelsmatig niet de beste keuze om te gaan. Ook al was oktober een hele zachte maand, de beestjes zouden zomaar op het idee kunnen komen om aan hun winterslaapje te beginnen. Met Manolo besloten we te kijken of de bruine variant (die een stuk dichterbij huis woont) is nog actief was.

Na een half uur wisten we elk eentje te vangen en we besloten dat de zwarte variant ook nog wel eens zou kunnen happen in onze aasjes. En zo gingen we toch de kilometers maken voor de soort die nog ontbrak in onze fotogalerij.

Staartvin bruine Amerikaanse dwergmeerval
Bruine Amerikaanse dwergmeerval

Het weer was fantastisch. Een dag die niet zou misstaan in de zomer. Met korte mouwen nog wat zonnestralen absorberen was geen straf. Urenlang vingen we ons scheel aan blankvoorns, baarzen en brasems. Manolo pikte ook een riviergrondel mee. We wisten zeker dat we in de goede vijver zaten te vissen maar de vertwijfeling sloeg toe. Waarom beet ons target niet? Waren ze toch in winterslaap? Zaten ze misschien heel plaatselijk ergens op de vijver? Bijten ze alleen als het donker is?

Toen het begon te schemeren viel de beet weg. De visdag leek als een nachtkaarsje uit te gaan. Manolo ging struinen rond de vijver om te kijken of ze misschien ergens anders te vangen waren. Op het voerplekje geen activiteit meer. Eigenlijk hadden we ons al verzoend met het feit dat we een keer moesten terug keren in de zomer om kans te maken. De dobber was praktisch niet meer te zien en juist toen ging deze rustig de diepte in.

Ik haal de hengel op en dit keer was het wel bingo. Snel Manolo erbij geroepen dat er toch nog meerval was geïnteresseerd in onze voerplek. En ook hij kon in de gitzwarte duisternis zijn zwarte vangen. Eind goed al goed.

Staartvin zwarte Amerikaanse dwergmeerval

Zwarte Amerikaanse dwergmeerval