Intro Soortenjager

Ik ben een soortenjager. Dat wil zeggen dat ik elke vissoort wil vangen. Het vangen van een nieuwe vissoort geeft mij immers een grotere kick dan het vangen van mijn duizendste brasem. Leg je zelf geen beperkingen op als je een soortenjager wil zijn. Bekijk elke stek als een mogelijkheid om een nieuwe soort te vangen. Een tiendoornige stekelbaars zit bijvoorbeeld immers in superondiep water vol plantengroei. Water waar elke normale visser hard voorbij loopt omdat er toch geen vis zou zitten... Leer je gewenste vissoort kennen. Hoe meer je weet hoe succesvoller je zult zijn. Waar kun je je soort vinden? Wat eet die soort? Wanneer is hij actief? Hoe kun je hem vangen? Je zult met tegenslag te maken krijgen. Je ziet al gauw een belangrijk detail over het hoofd waardoor je missie niet slaagt. Maar dat maakt de voldoening alleen maar groter als het je gelukt is om een soort toe te voegen aan je soortenlijst!

Posts tonen met het label riviergrondel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label riviergrondel. Alle posts tonen

zaterdag 8 juni 2024

Soortenjagen in Zweden

Dit keer een bestemming gekozen waar het soortenjagen op een laag pitje gaat staan: Zweden. We gaan om lekker snoek te vangen. Gewoon aantallen vangen en wellicht ook nog ons PR aanscherpen. Op internet nageplozen dat juni een prima maand is. De paai van de witvis is dan net geweest en de vis is te vinden langs de oevers en bij de vegetatie. Het meer naast onze bungalow is Ivösjön. Het grootste meer van Skåne, de meest Zuidelijke provincie van Zweden. De vergunning is online verkrijgbaar: 

Fishing in Ivösjön, Levrasjön (ifiske.se)

Lekkerbekkend kijkend naar de visstand valt ons op dat een hoop soorten er "plentiful" zitten: onder meer ons hoofdtarget snoek maar ook vissoorten die we nog niet hebben kunnen afvinken: kwabaal (burbot) en kleine marene (vendace). We beseffen wel dat die laatste twee beter te vangen zijn als het kouder is. 


Dag 1. Onze reis naar Zweden per auto gaat vlotjes. Zelfs Hamburg weigerde ons een file voor te schotelen. We hadden zelfs nog even de tijd om vanaf de kant een poging de snoek te wagen. Wat vrijwel meteen opviel was dat vanaf de kant het heel erg moeilijk is om een plekje te vinden waar je lekker kunt gooien. De oevers zelf bestaan uit voornamelijk bos inclusief laaghangende takken en de waterplanten zijn rijkelijk aanwezig. Ook was het wel heel erg ondiep. Maar ondanks dat wisten we toch al een snoekje te verschalken op amper een uurtje netto vistijd. Vanaf de bellyboat kunnen we morgen makkelijker bij veelbelovende stekken komen. We hebben zin in onze allereerste keer met de bellyboat. Oefenen van te voren is er niet van gekomen...



Dag 2. Ivosjön is heel erg groot. Levrasjön van dezelfde visvereniging is iets beter te overzien en we denken meer kans te maken op het kleinere meer met de bellyboat. Het is even wennen om vooruit te komen en te draaien met dit vaartuig. Gelukkig voelt het wel stabiel aan. Je hebt geen moment het idee dat je kunt omkiepen. Waar je wel op moet letten: nooit met flippers aan vooruit proberen te lopen in het water. Heel beleefde mensen dat ze me niet hebben uitgelachen toen ik voorover kukelde. Het speldaas was ruim aanwezig dus de paai was al geweest. Ondanks een hoop veelbelovende stekken: geen roofvis gezien. We realiseren ons dat het prachtige zomerse weer dat al vele weken hier huis heeft gehouden onze kansen op snoek heeft verpest. Ze liggen diep waar wij ze niet gaan vinden zonder fishfinder. Ook de kansen op kwabaal en kleine marene zijn nu nul.


Dag 3. In een hengelsportzaak kregen we de tip om de Westkust te kiezen als zoutwater stek. De nauwe doorgang in het Kattengat met Denemarken aan de overkant zorgt voor stroming in het water. Heel erg vriendelijk voor vissers zijn ze hier niet vinden wij. Bijna elke pier of haven is verboden om te vissen... Het haventje waar het wel mocht leverde met pijn en moeite twee botten en één zwarte grondel op. Het natuurschoon compenseert de moeizame start qua vissen goed.



Dag 4. We besluiten een ander water te bevissen: de Helge å. Een laaglandrivier waar het niet erg dat het zomer is. Gewoon lekker op witvis. We hebben zelfs kans op een nieuwe soort: de brasemblei (zope). De vis had er zin in want we hadden er samen ruim tweehonderd gevangen. Helaas geen brasemblei gezien.



Dag 5. Ivösjön deel drie. Ondanks we weinig vertrouwen hadden om iets te vangen met de kano erop uitgegaan. En ook nu ondanks vele meters plantenbedden afvissen geen actie. Ze liggen er gewoon niet. Een ingecalculeerde teleurstelling dus en de omgeving maakt weer een hoop goed. De paella van Manolo was subliem!


Dag 6. Rögle dammar. Een vijver waar we met de methodfeeder aan de slag kunnen. Kans op karper en gigantische brasem. Om het kort te houden: zoveel kreeft vangen als hier lukt je nergens. Wat een ongelooflijke plaag is het hier. Tientallen hebben we er gevangen en nog was het gros mis of los. We hadden niets bij om deze krengen te omzeilen dus hebben het kort gehouden. Aan de kust op de weg terug nog blonde grondel gezien. Helaas is ook die ons niet gelukt. Het beestje op de foto is toch echt met een bakje gevangen en niet met de hengel. Al met al genoten van het Zweedse landschap en het gezelschap. Ook al zat het tegen met vissen de herinneringen zijn toch positief.






























donderdag 2 september 2021

Ardennen na de zondvloed

Het is alweer een poos geleden dat de ongekende zomerse overstromingen het nieuws domineerden. De gevolgen zijn nog altijd zichtbaar. Enorme boomstammen, stukken caravan, golfplaten, complete hooibalen en nog veel meer ontsieren de oevers op bepaalde stukken. Een brug die vele meters hoog boven het huidige waterpeil staat is afgesloten voor autoverkeer. Het stalen hekwerk is verwrongen door het geweld van het water. Het doel van mij en Ivo was echter niet de ramptoerist uithangen maar kijken of er nog vis te vangen was.

 

Het water was nog altijd troebeler dan gebruikelijk in de zomer. Dat hoeft zeker voor barbeel niet slecht te zijn. We kregen vlot beet van een hoop soorten. Ivo genoot zichtbaar van zijn eerste keer vissen in de Ardennen. Comfortabel zaten we bij ideaal weer tientallen visjes te vangen met de vaste stok.

Om de grovere vis het leven zuur te maken worden de feeders ingezet. Ivo stond met de mond open te kijken hoe een barbeel aanbeet uit kan zien. Helaas verspeel ik de eerste twee barbelen omdat de slip niet licht genoeg stond: ook na 30 jaar vissen maak ik nog steeds fouten... Gelukkig waren de barbelen bereid om toch nog vaker te happen en zo konden zowel Ivo als ik poseren met deze krachtpatsers.

 

De beten beginnen af te nemen met de vaste stok. Dat kan zijn omdat het gros in de buurt al gevangen is maar het kan ook zijn dat er iets groters ligt op de voerplek die de kleintjes angst aanjaagt. Tot vreugde van Ivo besloot een leuk formaat forel de strijd aan te gaan met de Ardennen debutant. 

 

We besluiten ondanks het succes ook een andere stek aan te doen een stuk stroomafwaarts. We starten uitstekend met twee barbelen maar dan vangen we tot onze ontzetting alleen nog maar zwartbekgrondels. 

 

Deze stek lijkt afgeschreven te zijn. De normaal massaal aanwezige elritsen, alvers, kopvoorns, gestippelde alvers, riviergrondels en blankvoorns zijn verdwenen... Omdat we beiden absoluut geen fan zijn van zwartbekgrondels besluiten we vroeger richting ons avondeten te gaan.

Na een prima maaltijd doen we nog even Ivo zijn thuiswater aan met als hoofddoel ontspannen voorntjes te vangen met de vaste stok. Dat lukte  meer dan goed en ook het formaat voorn was gewoon in orde. Ik heb nog een method feeder inliggen met wat hoop op een karper. De dag was al geslaagd maar als dat ook nog zou lukken zou het plaatje helemaal af zijn. Bij het invallen van de duisternis werd die wens ook vervuld. Met een bizarre score van twaalf vissoorten vandaag kunnen we niet anders als gelukzalig terugblikken op een geslaagde missie.

 

 





maandag 12 oktober 2020

Het neusje van de ....

Het water is alweer gevoelig kouder aan het worden. Salmoniden hebben hier geen last van. Terwijl het gros van de andere vissoorten minder actief gaat worden zijn de vissen met een vetvin goed te vangen. Op behoorlijk wat zijriviertjes van de Maas introduceren ze in Nederland, België en Duitsland zalm en Atlantische forel. Deze soorten lijken sterk op elkaar. Toch kun je ze uit elkaar houden als je maar weet waar je op moet letten. De juveniele zalm is aangegeven met een I en de juveniele Atlantische forel met een II op onderstaande afbeelding.
De juveniele zalm ten opzichte van de juveniele Atlantische forel: 1: Het lichaam is meer gestroomlijnd. 2: De vork in de staartvin is dieper. 3: Langere borstvin. 4: Geen oranje kleur in de vetvin. 5: Smallere bek. 6: Scherper gevormde neus. (het bekende neusje) 7: 1 tot 4 vlekken op de kieuwdeksel. Vaak één grote vlek. 8: Scherper contrasterende 'parr' tekening. 9: De bovenkaak reikt niet verder dan de achterkant van het oog.
Mijn eerste juveniele zalmpje!

vrijdag 31 oktober 2014

Zwart


Een mooi verhaal uit de tijd dat ik nog een minderjarig snotneusje was dat zich kostelijk amuseerde op vakantie in Frankrijk. In een vijver naast de camping ving ik zeelt en voorn, en de karpers daar zorgden voor de nodige lijnbreuken op het vaste stokje. Erg goed voor de productie van adrenaline van een jongen die al erg blij was als ie al beet kreeg. Diezelfde vakantie wist ik in de rivier de Tarn mijn eerste barbelen, snepen en riviergrondels te vangen. Het voelde aan als ultiem vissersgeluk maar aan elke vakantie komt een eind en er werd huiswaarts gereden.

Aan één stuk doorrijden was mijn vader te gortig en er werd besloten te overnachten in de Bourgogne. Er lag een modderig prutslootje naast de gekozen camping. Mijn ouders snapten niet dat ik toch nog een hengeltje wilde uitgooien. De vangdrang zou toch gestild moeten zijn na zoveel succes? Ook was het misschien nog maar een uurtje licht. Met tegenzin pluisde pa de caravan uit om mij stil te krijgen.

Ik ving vlot wat kleine visjes. Handigheid was niet mijn sterkste punt in die periode en op een gegeven moment was de oorspronkelijke vier meter nylon nog maar goed twee meter door allerlei vreemde knopen boven de dobber. Het begon al donker te worden en ik trok de dobber een stuk dichterbij omdat ik wel erg veel moeite begon te krijgen met hem in de gaten te houden. In de laatste flarden licht zag ik de dobber wegzakken en enthousiast sloeg ik aan.

Een zwart visje van tien centimeter spartelde wild toen ik hem boven water had. Ik had in eerste instantie niet eens in de gaten om welke soort het ging en toen de vis eenmaal stil was viel mijn mond open van verbazing: een meerval! Weliswaar eentje die prikt, een Amerikaanse dwergmeerval dus, maar de vreugde was enorm. De determinatie geschiedde als volgt: een zwarte dwergmeerval is een zwarte dwergmeerval. Simpel toch?

Anno 2014 weet ik dat het niet zo simpel ligt. Het enige keiharde kenmerk om de zwarte in het veld  te onderscheiden van de bruine is het patroon op de staartvin: de staartvin van de zwarte is afwisselend donker en licht. Eigenwijs als ik ben heb ik de vangst van toen altijd beschouwd als zwarte dwergmeerval, maar een foto ontbrak. En daar wilde ik verandering in brengen.

Collega Sjors tipte een vijver waar deze soort voorkomt. Nu was een dag voordat het november werd gevoelsmatig niet de beste keuze om te gaan. Ook al was oktober een hele zachte maand, de beestjes zouden zomaar op het idee kunnen komen om aan hun winterslaapje te beginnen. Met Manolo besloten we te kijken of de bruine variant (die een stuk dichterbij huis woont) is nog actief was.

Na een half uur wisten we elk eentje te vangen en we besloten dat de zwarte variant ook nog wel eens zou kunnen happen in onze aasjes. En zo gingen we toch de kilometers maken voor de soort die nog ontbrak in onze fotogalerij.

Staartvin bruine Amerikaanse dwergmeerval
Bruine Amerikaanse dwergmeerval

Het weer was fantastisch. Een dag die niet zou misstaan in de zomer. Met korte mouwen nog wat zonnestralen absorberen was geen straf. Urenlang vingen we ons scheel aan blankvoorns, baarzen en brasems. Manolo pikte ook een riviergrondel mee. We wisten zeker dat we in de goede vijver zaten te vissen maar de vertwijfeling sloeg toe. Waarom beet ons target niet? Waren ze toch in winterslaap? Zaten ze misschien heel plaatselijk ergens op de vijver? Bijten ze alleen als het donker is?

Toen het begon te schemeren viel de beet weg. De visdag leek als een nachtkaarsje uit te gaan. Manolo ging struinen rond de vijver om te kijken of ze misschien ergens anders te vangen waren. Op het voerplekje geen activiteit meer. Eigenlijk hadden we ons al verzoend met het feit dat we een keer moesten terug keren in de zomer om kans te maken. De dobber was praktisch niet meer te zien en juist toen ging deze rustig de diepte in.

Ik haal de hengel op en dit keer was het wel bingo. Snel Manolo erbij geroepen dat er toch nog meerval was geïnteresseerd in onze voerplek. En ook hij kon in de gitzwarte duisternis zijn zwarte vangen. Eind goed al goed.

Staartvin zwarte Amerikaanse dwergmeerval

Zwarte Amerikaanse dwergmeerval



maandag 23 juni 2014

Soortenjagen in de Ardèche

Heerlijk helder water in Labeaume, een zijriviertje van de Ardèche. Observeren leert meteen wat er rondzwemt. In de folders die ik bij de vergunning kreeg stikte het van afbeeldingen van forellen. Ze zullen er heus wel zitten maar ze zijn te lekker om te laten zwemmen in de ogen van de Fransen, dus mocht forel je hoofddoel zijn: vis in de stukjes no kill zone die uitsluitend met de vlieg bevist mogen worden.
Labeaume
Als je als eerste bij de rivier aankomt en niet als een olifant je voeten neerzet maak je een goede kans om slangen te zien. Persoonlijk vind ik het leuke dieren om te zien. En het is zowaar gelukt om er twee enigszins fatsoenlijk voor de lens te krijgen. Want snel zijn ze. Ze zullen overigens eerder vluchten dan je proberen te bijten.
Slang 1
Slang 2

Slangen fotograferen was leuk maar die hengel had ik niet voor niets meegenomen. Ik hoopte op een nieuwe soort. Soortjes die in Nederland niet eens voorkomen. Rhône streber, souffie, mediterrane barbeel en Franse sneep waren mijn targets. Geen enkele van deze soorten wordt groot. Klein aas gebruiken dus. Mazzel dus voor de grote barbelen en kopvoorns die royaal aanwezig waren. Niet dat ze gemakkelijk te vangen zijn want voedsel is er in overvloed en deze joekels liggen vooral uit te buiken en te chillen in de stroming.

Peuterend met mini maden of allerlei dierlijk spul wat ik onder stenen vond leverde me vijf vissoorten op. Daarvan was tot mijn vreugde een nieuwkomer bij: Franse sneep! Een beetje bijdehand iemand zou terecht opmerken dat elke sneep in Frankrijk een Franse sneep genoemd mag worden. Mocht het verschil je interesseren: de bek van een gewone sneep is recht, die van de Franse sneep heeft de vorm van een hoefijzer. De kleuren zijn wat fletser als die van de gewone sneep die vaak echt rode vinnen heeft.

Franse sneep


Grootste van de vakantie...

Anno 2020 ging Pieter voor de Franse sneep. Dat lukte hem na wat aanwijzingen. Wat nog mooier was dat ik na al die jaren ook een soort mocht bijschrijven: souffie. Pieter zette me op het juiste spoor. Eerst dacht ik aan een juveniele Franse sneep. De donkere streep is niet zo aanwezig bij dit exemplaar maar de scherp afgetekende gele zijlijn en de gekleurde aanzet van de borstvinnen en buikvinnen deden me beseffen dat Pieter gelijk heeft.
 
Souffie

zaterdag 8 september 2012

Durbuy

Een leuk Belgisch stadje aan de Ourthe als je een beetje van cultuur houdt. Ik kwam er om te vissen. Het liefste wilde ik een vlagzalm vangen. Dat is helaas niet gelukt. Wel genoeg andere soorten tussen de kano's door gevangen.

Barbeel

Gestippelde alver

dinsdag 24 april 2012

Debuut op de Geul

Mijn eerste keer op de Geul. Een zeer bijzonder visje wat bijna nergens anders in Nederland voorkomt is de beekdonderpad. Die wilde ik maar wat graag toevoegen aan mijn soortenlijstje. In ondiep water bij grote stenen gaan vissen. Tot mijn vreugde was de eerste beste vis inderdaad een beekdonderpad. De tweede trouwens ook. Daarna dieper water gezocht en gevonden voor andere vissoorten te vangen. Ook dat lukte prima ondanks ijskoud water. Opvallend was dat de beekforel onder de bloedzuigers zat. Ook opvallend was dat ik maar liefst zeven serpelingen had. Normaal heb ik op een heel jaar maar enkele serpelingen. Ook typisch was dat ik maar liefst twee keer controle kreeg op mijn vispapieren. Het bestuur is terecht zuinig op dit unieke water! Helemaal mooi zou zijn als ik op dit water ooit nog vlagzalm weet te verschalken... Normale soorten als riviergrondel en blankvoorn zijn hier ook te vangen.

Atlantische forel
Serpeling
Beekdonderpad
Riviergrondel